Liedbundel: Lettergrepen en strofische liederen
-
Bij het zetten van liedteksten onder muzieknoten is de koppeling
tussen noten en tekst belangrijk.
-
In principe wordt de tekst gesplitst in lettergrepen, en elke
lettergreep valt samen met één noot.
Dat betekent dat het aantal noten
in een zin gelijk moet zijn aan het aantal lettergrepen in die zin.
-
Met boogjes kunnen we eventueel meerdere noten aan één lettergreep
hangen.
Soms komt het aantal lettergrepen in overeenkomstige regels van
verschillende coupletten niet overeen.
Een voorbeeld van een lied met twee coupletten:
- tekst Ria Borkent
- melodie Arjen Uitbeijerse
1 Wij geloven in één God,
Schepper van hemel en aarde,
die zich kennen laat als Vader
en ons liefheeft als zijn kinderen.
Hij wil ziel en lichaam voeden,
in gevaren ons bewaren;
onheil keert Hij om ten goede.
Zo zorgt Hij voor ons, werkt en waakt,
omdat zijn almacht alles draagt.
2 Wij geloven in Gods Zoon,
Jezus, de Redder Messias,
eeuwig wonend bij de Vader
en als mensenzoon geboren.
Hij is door de maagd Maria
van de heilige Geest ontvangen
voor ons als verloren mensen;
gekruisigd, de dood ingegaan,
door God ontwaakt en opgestaan.
Het notenbeeld met de tekst van couplet 1:
Met beide coupletten onder de noten krijgen we:
Hier zijn problemen zichtbaar.
-
Het totaal aantal noten komt overeen met het totaal aantal lettergrepen
in zowel couplet 1 als couplet 2 (zie bijvoorbeeld de laatste noot).
-
De tekst van couplet 2 verschuift aan het eind van regel 4.
-
De vierde regel heeft negen noten en dat geeft een conflict met de
de tekst van couplet 2:
en als men-sen-zoon ge-bo-ren (acht lettergrepen)
-
De zesde regel heeft acht noten met acht lettergrepen in couplet 1,
en negen lettergrepen in couplet 2.
(Merk op dat de tekst van couplet 2
verschoven is vanwege het probleem in regel 4. Regel zes luidt:
van de heilige Geest ontvangen)
Er zijn verschillende manieren om dit probleem qua notatie op te
lossen.
Stippelboog
Beschouw de laatste 3 noten van regel 4: e2 e4 d2
Daarmee is er in couplet 1 geen probleem (negen noten met negen
lettergrepen), maar bij couplet 2 gaat het mis (negen noten
met acht lettergrepen).
Dan doen we de truuk met een stippelboogje. Met boogjes kun je twee
noten met elkaar verbinden. De combinatie van die twee noten koppelen
we aan één lettergreep. Dat stippelboogje geeft aan dat we de
twee noten soms wel verbinden, soms niet,
en daarmee kunnen we het verschillend
aantal lettergrepen kloppend krijgen.
Voor regel 4 geldt:
-
In couplet 1 was er geen probleem. We moeten alleen het stippelboogje
negeren.
-
In couplet 2 zorgen we ervoor dat de lettergreep bo in
geboren
hoort bij de twee noten e2 e4. Muzikaal komt dit erop neer dat het stippelboogje
gezien moet worden als een boog.
Voor regel 6 geldt:
-
In couplet 1 was er geen probleem.
-
In couplet 2 moet er een noot bij. We splitsen de e4 in twee achtstes e8 e8 met
een stippelboog.
-
In couplet 1 geldt de stippelboog als boog. De lettergreep ren van
het woord ge-va-ren
hoort dan bij de twee noten e8 e8
-
In couplet 2 negeren we de stippelboog. De tekst hei-li-ge past dan onder
de noten f4 e8 e8
Als we de tekst van beide coupletten samen met de noten presenteren,
dan wordt zichtbaar hoe de lettergrepen zich voegen naar de noten:
Maar in de tekststrofes staan geen noten.
Hoe geef je dan aan hoe de tekstverdeling is?
Wij doen dat met twee notaties: een onderstreping
geeft aan dat het stippelboogje beschouwd moet worden als een echte
boog, een onderstippeling van de tekst zegt dat het stippelboogje
weggelaten moet worden.
-
In de tekst van regel 4 in couplet 1 onderstippelen we de
en ren. In couplet
2 onderstrepen we bo.
-
In de tekst van regel 6 in couplet 1 onderstippelen we ren. In couplet
2 onderstippelen we li en ge.
Omdat couplet 1 uiteindelijk met noten wordt gepresenteerd kunnen we daar de
onderstreping en onderstippeling weglaten (de bedoeling is duidelijk, ook zonder
onderstreping).
Couplet 2 wordt uiteindelijk alleen als tekstblok weergegeven. Daar zijn de
onderstrepingen en onderstippelingen nodig.
Undertie
Maar er is nog een andere oplossing.
- In regel 4 veranderen we e2 e4 in e2.
Samen duurt dat net zo lang, maar met een noot minder.
Dan zullen we in couplet 1 moeten rommelen. In dit geval gaat het om drie
lettergrepen (kin-de-ren) en twee noten (e2. d2)
-
Iets soortgelijks doen we in regel 6: voeg de twee achtste noten
samen tot een kwartnoot.
Dan zullen we in couplet 2 moeten rommelen. In dit geval gaat het om drie
lettergrepen (hei-li-ge) en twee noten (f4 e4)
Een gangbare verkorting van de tekst is om in kinderen de eerste e weg te
nemen. Vroeger werd dat gedaan door kind'ren te schrijven. Dat werd
gangbaar bij een paar woorden (heil'ge, and're, eeuw'ge). Vaak werd
die inslikapostrof ook nog eens weggelaten met als resultaat kindren,
heilge, andre en eeuwge.
In de loop der jaren ontdekte men dat kinderen een woord als heilge
als correct woord gingen beschouwen. Om dat te voorkomen gebruiken we
het oorspronkelijke woord met een klein boogje onder de tekst om een
klinker weg te moffelen. Dat boogje (wij noemen het undertie) wordt
helaas op verschillende manieren toegepast. Na veel discussie en
probeersels laten wij het boogje één letter vóór de inslikklinker
beginnen, en eindigen één letter ná de klinker.
- In regel 4 van couplet 1 wordt de tekst dan kin-deren met een undertie van
d naar r.
- In regel 6 van couplet 2 wordt de tekst dan hei-lige met een undertie van
l naar g.
Conclusie
Kortom, we kunnen deze twee misfits oplossen:
- in de muziek nootsplitsingen met stippelboogjes, en in de tekst
met onderstrepingen dan wel onderstippelingen.
- met underties in de tekst.
Omdat verkortingen van kinderen en
heilige redelijk gangbaar zijn geeft de de undertie
onder de tekst in dit voorbeeld het meest intuïtieve resultaat:
stippel |
|
undertie |
|
|
|